Scholing
Culturele effecten hebben mogelijkerwijs een grote invloed. Zo kan de helft van het Flynn-effect volgens Te Nijenhuis verklaard worden door scholing en wellicht zijn negatieve invloeden op het scholingsproces een belangrijke oorzaak van het anti-Flynn-effect: “Jonge mensen besteden tegenwoordig ongeveer 4,5 uur per dag aan computer, televisie, telefoon en internet. Daarmee vindt er nauwelijks verdieping plaats. Het lezen van een boek doet bijvoorbeeld een beroep op hele andere cognitieve vaardigheden dan het scrollen over een beeldscherm. Daarnaast zie je duidelijk dat de lees-, reken- en schrijfvaardigheid onder scholieren en studenten afneemt. Dit heeft allemaal effect op de IQ-scores.”
“ONS ZELFSTANDIG DENKVERMOGEN LIJKT STEEDS MINDER TE WORDEN AANGESPROKEN, OF IN IEDER GEVAL OP ANDERE MANIEREN”
Nieuwe norm
Tot slot zou je nog kunnen spreken van een combinatie van de verschillende factoren. Te Nijenhuis noemt hierbij als voorbeeld negative social multipliers: “Zelfs op hoog niveau, bij bekende hoogleraren en ministers, zie je dat er openlijk fouten worden gemaakt op het gebied van taal of rekenen. Mensen denken dat dit normaal is en nemen het over, waardoor er een soort nieuwe norm ontstaat. Fouten worden steeds meer geaccepteerd.” Ons zelfstandig denkvermogen lijkt steeds minder te worden aangesproken, of in ieder geval op andere manieren. Waar vroeger het hoofdrekenen bijvoorbeeld enorm belangrijk was, is daar nu de calculator. Dit alles heeft niet alleen effect op onszelf, maar ook op onze kinderen en de generaties daarna.
Zegt een IQ-score iets over intelligentie?
We kunnen er dus niet omheen dat de intelligentiescores afnemen. Maar intelligentie is een zeer complex en veelomvattend begrip; er is niet één vorm van intelligentie. Bij een IQ-test worden er dan ook allerlei verschillende facetten gemeten. De één is beter op verbaal gebied, de ander op het gebied van ruimtelijk inzicht. En dit is dan nog het meest basale onderscheid. Het feit dat er vele verschillende IQ-tests (zoals de WAIS, de GIT of de RAKIT) in omloop zijn, die verschillende dingen meten, maakt het er niet overzichtelijker op. Het is daarom de vraag of we op basis van een algemene IQ-score wel iets kunnen zeggen over iemands werkelijke intelligentie. Daarbij moeten we beseffen dat de eerste IQ-test ontwikkeld werd aan het begin van de vorige eeuw door de Franse psycholoog Alfred Binet. Hoewel de tests sinds die tijd veel verder gemoderniseerd en ontwikkeld zijn, is het denkbaar dat er verdergaande veranderingen en/of vernieuwingen noodzakelijk zijn.
Anders meten
Als we inderdaad op andere manieren zijn gaan denken, zoals Flynn zelf vermoedde, wordt het dan geen tijd dat we ook op andere manieren gaan meten? Wellicht levert dit weer hele andere resultaten op. Tot die tijd kunnen we niet zomaar concluderen dat we massaal dommer – of liever minder slim – worden, hooguit dat de maatschappij verandert en dat wij mee veranderen. Hierbij worden we niet alleen beïnvloed door genetische factoren maar ook door de omgeving.
Dit houdt echter niet automatisch in dat we de huidige bevindingen kunnen negeren. Zij duiden op belangrijke ontwikkelingen en veranderingen waar we ons best bewust(er) van mogen zijn. Toekomstige onderzoeken zullen ongetwijfeld nog meer intrigerende en tot nadenken stemmende resultaten genereren.
Over de auteur