Waarom liggen bouwprojecten stil? En 13 andere vragen over stikstof
Bouwprojecten, Schiphol, wegverbredingen, melkkoeien en zelfs de Formule 1 liggen onder vuur door een ogenschijnlijk nieuwe boosdoener: stikstof. De natuur én de mens hebben er last van. Hoe groot is het milieuprobleem? Waar komt het door? En hoe komen we er vanaf? De stikstofcrisis in veertien vragen en antwoorden.
Annemieke van Dongen & Ton Voermans < 21 sep. 2019 Laatste update: 23-09-19, 09:01
Lees ook
Landbouwsector zwaar onder druk: de boeren hebben het gedaan
Lees meer
Klaar met alle meningen over klimaatverandering? Dit zijn de feiten
© AD
Als het over klimaatverandering gaat wel. Maar ondertussen kampen we ook met een ander milieuprobleem: een stikstofoverschot. En die crisis legt momenteel bijna alle bouwplannen in Nederland plat.
De term stikstofcrisis is eigenlijk een beetje misleidend, want stikstof is gewoon het hoofdbestanddeel van de lucht die we inademen. Vandaar de naam: als er te weinig zuurstof in de lucht zit, en dus te veel stikstof, dan stik je.
Een kort scheikundelesje: stikstof kan zich ook hechten aan andere atomen, zoals zuurstof (O) en waterstof (H). Over zulke zogenoemde ‘reactieve’ verbindingen – stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) – hebben we het als het over milieuproblemen en het huidige debacle gaat.
Bouwlocatie Leenderweg 295 in Eindhoven © Fotopersburo van de Meulenhof BV
© AD
Deze stikstofverbindingen komen van nature voor, maar slechts in kleine hoeveelheden. Ze zijn onmisbaar voor het leven: ze zorgen dat planten groeien en zijn een bouwstof voor ons lichaam. In de natuur worden reactieve stikstofverbindingen gevormd door bodembacteriën en plantenwortels die samen stikstof omzetten. Ook tijdens onweersbuien en vulkaanuitbarstingen komt reactieve stikstof vrij.
De hoeveelheid reactief stikstof op aarde is afgelopen eeuw echter verdubbeld. In 1908 deed de Duitse Nobelprijswinnaar Fritz Haber een ontdekking die voor een ongekende revolutie zorgde: hij kreeg het voor elkaar om onder hoge druk stikstof met waterstof te binden tot ammoniak. Dat proces werd de basis voor kunstmest. Door die uitvinding schoot de voedselproductie omhoog en kon de wereldbevolking verviervoudigen tot 7,7 miljard mensen. Ook in de chemische industrie is ammoniak de belangrijkste component: zo wordt het gebruikt bij de productie van veel andere stoffen, zoals explosieven en plastics.
Untitled facebook post
Infogram
Door de landbouw komt veel ammoniak in de bodem, het water en de lucht terecht. Verbranding van fossiele brandstoffen in de industrie, het verkeer (met name diesels), de scheepvaart, de luchtvaart en huishoudens (jawel, het stoken op aardgas) zijn de belangrijkste bronnen van stikstofoxiden.
Niet alle stikstof in ons milieu ‘produceren’ we zelf. Ruim een derde waait naar Nederland vanuit het buitenland. Ook daar is de mens, met zijn vee, fabrieken en voertuigen, de grote bron. En omgekeerd komt meer Nederlandse stikstof in het buitenland terecht dan er buurstikstof bij ons belandt.
© AD
Heel schadelijk. Het stikstofoverschot is volgens veel ecologen het grootste probleem waar de Nederlandse natuur mee kampt. Dat komt door de opeenstapeling van effecten.
Juist omdat stikstof van nature zo schaars is, gaan planten en dieren er uiterst efficiënt mee om. Dat heeft geleid tot een grote diversiteit aan soorten. Stikstof valt nu door alle menselijke uitstootbronnen als een soort gratis kunstmest uit de lucht, maar planten pakken nog steeds wat ze pakken kunnen. De planten die het hardste groeien, zoals brandnetels, grassen en braamstruiken, overwoekeren traaggroeiers. In heidegebieden delven bloeiende kruiden zo het onderspit. Insecten die daarvan leven, zoals rupsen, gaan daardoor dood – dat is een van de redenen dat er tegenwoordig zoveel minder vlinders zijn dan vroeger. En doordat er minder insecten zijn, hebben ook vogels minder te eten.
Daar komt bij dat stikstof de bodem verzuurt, waardoor belangrijke stoffen als calcium uit de bodem wegspoelen. Een groot probleem voor bijvoorbeeld slakken, die calcium nodig hebben om hun huisjes te maken. Maar ook voor vogels: die hebben kalk nodig voor hun eierschalen en botten. Op de Veluwe worden mezen geboren met ‘rubberen beentjes’: die zijn zo broos, dat de jonge vogeltjes al in het nest hun pootjes breken en sterven.
Bekijk hier een video waarin het dilemma tussen economische groei en de natuur wordt toegelicht:
Eén en hetzelfde molecuul reactieve stikstof veroorzaakt bovendien een hele serie van schadelijke gevolgen. Nadat het eerst op het land bijdraagt aan de vermindering van biodiversiteit, komt het terecht in een rivier of stroomt het af naar het grondwater. Het stikstof- en dus voedingsrijke water komt uiteindelijk terecht in zee, waar het overmatige algengroei veroorzaakt die vissen voor onze kust verstikt. Door verdamping komt het vervolgens als lachgas (N2O, distikstofoxide) terecht in de atmosfeer. Daar draagt het bij aan de opwarming van de aarde – het broeikaseffect van lachgas is circa 250 keer sterker dan dat van CO2 – om tot overmaat van ramp de ozonlaag aan te tasten alvorens het daar wordt afgebroken.
Volgens natuurbeschermingsorganisaties is het vijf over twaalf. De Nederlandse natuur kan er geen stikstof meer bij hebben; de emmer is al overgelopen.
© AD
Ja, stikstofoxiden – de stoffen die vrijkomen bij verbranding van fossiele brandstoffen – zijn dat zeker. Ze kunnen niet alleen irritatie veroorzaken aan onze ogen, neus en keel, maar dringen ook door tot de kleinste vertakkingen van onze luchtwegen. Dat kan volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) leiden tot longproblemen.
Zo bleek onlangs dat bij zo’n 20.000 Nederlandse kinderen met astma de ziekte gerelateerd wordt aan stikstofdioxide. Dat gas komt met name in de lucht via oudere dieselauto’s, vrachtwagens en de industrie. In Nederland is astma de meest voorkomende chronische ziekte onder kinderen.
Ook longartsen luiden de noodklok over astma door luchtvervuiling. Bekijk de video:
Alsof dat nog niet vervelend genoeg is, vormen ammoniak en stikstofoxiden in de lucht samen een belangrijke component (ammoniumnitraat) van fijnstof, dat in onze longen doordringt.
In totaal kampen 1,2 miljoen Nederlanders met een longziekte. Gemiddeld leven we negen maanden korter door luchtverontreiniging, maar de verschillen zijn groot. Het aantal slachtoffers is het grootst in gebieden met de hoogste stikstofconcentraties: de grote steden, de Randstad, langs drukke wegen en in de omgeving van veehouderijen. Daar kan het levensduurverlies oplopen tot achttien maanden, terwijl het in de schoonste delen van ons land ‘slechts’ vier maanden kost. Deze cijfers zijn overigens niet rechtstreeks te koppelen aan stikstof. Ook andere vormen van fijnstof afkomstig van uitlaatgassen, veehouderijen en de industrie veroorzaken luchtverontreiniging.
stikstofcrisis © AD
Klopt. De uitstoot van reactieve stikstof is sinds de jaren 90 meer dan gehalveerd. Auto’s kregen katalysatoren, de industrie wist met technische maatregelen de uitstoot te beteugelen. En ook de landbouwsector droeg zijn steentje bij. Vroeger zag je de gierkarren over het weiland rijden om de akkers te bemesten, het stonk een uur in de wind. Die uitstoot verminderde sterk toen het verplicht werd om de mest in de bodem te injecteren en mestopslagplaatsen af te dekken. Varkensboeren moesten luchtwassers installeren die ammoniak uit de lucht filteren die vanuit hun stal naar buiten gaat. Ook het gebruik van kunstmest in de landbouw nam af.
Tekst gaat door onder de foto...