Het kan eerder dan 28 april (Maurice de Hondt)
10 april 2020in COVID-19
Laat ik vooropstellen dat ik het eens was met intelligente lockdown die Nederland 3 weken geleden heeft ingevoerd. In Bergamo zagen we bijvoorbeeld hoe groot de uitbraak was, en hoe het zorgsysteem daar als het ware in elkaar stortte.
De maatregelen die we in Nederland hebben genomen hebben gelukkig tot een duidelijke daling geleid van de R0 (de reproductiefactor). Bij de presentatie van het RIVM op 7 april werd deze grafiek gepresenteerd. Daaruit blijkt dat men denkt dat rond 23 maart (dus 2 weken geleden) de R0 gedaald is onder de waarde 1. Dat houdt in dat een besmet persoon gemiddeld minder dan één ander persoon besmet.
De sterke daling van de nieuwe opnames op de IC bevestigen dit beeld. Ook IC-arts Gommers geeft aan dat de daling veel sterker is dan hij had gedacht.
Op 24 maart werden 550 personen in het ziekenhuis opgenomen met Corona-klachten. Hoewel het aantal van gisteren nog niet definitief bekend is (de cijfers ijlen wat na) lijkt dat nu rond de 150 te zijn. Ook dat is een bevestiging van de sterke daling van het nieuwe aantal gevallen. Het aantal nieuwe IC-gevallen was op 30 maart 135. Dat lijkt nu gedaald te zijn naar 25 (ook hier gecorrigeerd voor het na-ijlen van de cijfers).
Besef dat de daling te danken is aan maatregelen die vanaf half maart genomen zijn met de strengste variant op 23 maart.
Die maatregelen zijn dus heel goed uitgevallen (complimenten voor alle betrokkenen) en we hebben dus in Nederland al rond 25 maart de reproductiefactor onder de 1,0 gekregen.
Op een andere manier kan je ook een goede indruk krijgen van over de snelheid van de verspreiding. Het gemiddelde over 3 dagen van de ziekenhuisopnames wordt gedeeld door die van 6 dagen geleden. Deze termijn van 6 dagen wordt ook door het RIVM aangehouden om de R0 te berekenen.
Omdat het effect van die maatregelen getalsmatig eigenlijk pas 14 dagen later echt zichtbaar wordt, weten we nu iets anders ook. De komende 14 dagen zullen deze cijfers nog aanzienlijk verder dalen, want die zullen “reageren” op hoe we ons de afgelopen 14 dagen hebben gedragen.
Elke week dat Nederland “op slot zit” kost het ontzettend veel. Niet alleen in geld en werkgelegenheid, maar zeker ook op allerlei andere terreinen. We zien de voorbeelden dagelijks op televisie. Zo hebben de maatregelen (en de angst op besmetting) een negatief effect op de volksgezondheid. Er is onder mensen met serieuze, niet COVID-19 gerelateerde klachten, een terughoudendheid ontstaan om naar doktoren en ziekenhuizen te gaan en worden er in ziekenhuizen behandelingen met een lagere “prioriteit” uitgesteld.
Dus elke week dat we eerder de eerst stappen van een exit-strategie kunnen zetten, levert hele grote winst op.
Als we alleen reageren op de cijfers van vandaag, reageren we eigenlijk op de situatie van ongeveer 2 weken geleden. Je loopt dus letterlijk achter de feiten aan.
Ja, we horen steeds van de virologen, dat we voorzichtig moeten zijn en dat er dus grote uitbarstingen toch weer kunnen komen, maar internationale onderzoeken geven een wat genuanceerder beeld. De grote uitbarstingen zijn er inderdaad geweest, maar die hingen vooral samen met plekken waar de aerosols van een besmet persoon, in één keer, een groot aantal mensen heeft besmet (tijdens z.g.n. superspread- events zoals carnaval, kerkdiensten, koorrepetities e.d.). Dergelijke bijeenkomsten kan je voorlopig niet meer op de oude manier organiseren.
Kreis Heinsberg (tussen Sittard en Dusseldorf) baseert zijn beleid op de uitkomsten van het grootschalig onderzoek van Prof. Streeck. Nieuwsuur van 9 april maakte daar een reportage over. En in dit interview met The Guardian van 9 april beschrijft de belangrijkste resultaten.
In Heinsberg is 15% van de mensen besmet geraakt. 0,37% van de patienten overlijdt.
Bijeenkomsten met veel mensen (met name als daar veel gezongen wordt) zijn de belangrijkste bronnen van besmetting (die ik “superspread-events” noem.)
Via voorwerpen (zoals deurknoppen, supermarktkarretjes) wordt het virus niet verspreid
In winkels, bij kappers e.d. loopt men vrijwel geen gevaar van besmetting.
Op basis van dit onderzoek kan nu al besloten worden dat allerlei facetten van het (nieuwe) normale leven al wel weer opgestart worden. (Waarbij op plekken waar toch veel mensen samenkomen, zoals in winkels, zoals in Oostenrijk, bij voorkeur mondbescherming wordt gedragen om anderen niet te besmetten). Ik ben ervan overtuigd dat we eerder dan op 28 april in een fase komen waarin de schade van de huidige maatregelen groter is dan de winst, die we nog gaan behalen door de verdere afname van het aantal patiënten. Want die afname zal de komende weken nog zeker geschieden en daarna is het risico op een nieuwe sterke uitbraak (althans tot aan de herfst) klein. Door goede voorlichting op het gebied van de risico’s van superspread-events en het belang van goede mondbescherming, ventilatie en een hoge luchtvochtigheid is deze exit strategie goed beheersbaar.
P.S. En als u nog tijd over heeft lees dan absoluut dit geweldige artikel van Kustaw Bessems.