Ab Osterhaus: ‘We zouden dat virus nu gewoon het land uit kunnen pesten. We zijn er bijna!’
INTERVIEWBijna iedereen had dit voorjaar wel een mening over Ab Osterhaus. Tijd voor een glas rode wijn met Neerlands beroemdste viroloog. ‘Ik heb weleens het idee dat ik word gezien als een van die twee oude mannetjes uit de Muppet Show.’
Chris van Mersbergen 20-06-20, 10:00 Laatste update: 10:21
Na zeventig minuten met zijn gast te hebben rondgedwaald in de wondere wereld van de virologie, staat Ab Osterhaus op. ,,Wil je nog iets drinken? Water?! Hmm, daar wassen wij de auto altijd mee.” De slotsom: halverwege het interview wordt een fijne fles rode wijn ontkurkt. ,,Op het einde van de crisis”, zegt Osterhaus even later, zijn glas in de lucht. Het is zondagmiddag, en buiten schudden de wiegende bomen van de Utrechtse Heuvelrug een klaterende regenbui van zich af.
Lees ook
Liefst 323.000 telefoontjes naar nieuw nummer voor coronatest: ‘Systemen overbelast’
Normaal drinkt hij altijd pas ‘s avonds een glaasje, zegt de 72-jarige viroloog, rond een uur of elf. ,,Dus toen ze bij dat praatprogramma, Op1, vroegen wat ik wilde drinken, zei ik: doe maar rode wijn. Valt iedereen weer over me heen. Haha!”
Dat het wijntje een van de redenen is dat Ab Osterhaus in ons land een klein imagoprobleem heeft, weet hij dus zelf ook wel. Al leest hij geen Nederlandse ‘dingen’, zegt hij. ,,Nee, man. Daar word ik alleen maar chagrijnig van.”
Ab Osterhaus was de laatste maanden vaste gast bij Op1. © Videostill
Talkshowoptredens
Viroloog Ab Osterhaus in 2000. © Jaap Rozema/RD
Zijn talkshowoptredens vielen niet bij iedereen in de smaak. NRC noemde hem de ‘wetenschapper die een paar keer in de week een glaasje rode wijn komt drinken bij Op1’ en vergeleek zijn ‘lange zigzaggende antwoorden’ met een ‘cavia in het doolhof van Fred Oster’. Ook kreeg Osterhaus het verwijt eerst het coronavirus te hebben gerelativeerd, om daarna ‘ineens’ een lockdown te adviseren.
De man die zich ooit liet ontvallen niet bang te worden van mensen die dreigden een steen door zijn ruit te gooien (‘Ik ben toch nooit thuis’) ondergaat ook de kritiek schouderophalend. ,,Het is dat mensen als jij het me zeggen, anders zou ik het niet eens meekrijgen.”
Sinds zijn advies aan het kabinet in 2009 om tientallen miljoenen vaccins tegen de Mexicaanse griep in te slaan, is Osterhaus in de publieke opinie niet meer onomstreden. Lang niet alle aangekochte vaccins werden gebruikt, omdat de grieppandemie uiteindelijk meeviel. Bovendien kreeg Osterhaus de verdenking op zich dat hij aan de vaccinaanschaf zou hebben verdiend. Iets dat niet bleek te kloppen, maar tot op de dag van vandaag wel blijft rondzingen. ,,Ik krijg dus ook hatemail, daar komt het ook vaak in terug. Maar het is gewoon niet wáár.”
Virologische duizendpoot
In wetenschappelijke kringen bleef Osterhaus wel altijd geliefd. Ook vanuit Hannover, sinds 2013 zijn standplaats, telt de virologische duizendpoot nog steeds mee. Hij is betrokken bij een hele reeks aan corona-onderzoeken, onder meer naar vaccins. Voor het veelbelovende coronamedicijn dat onder leiding van Berend Jan Bosch wordt ontwikkeld aan de universiteiten van Utrecht en Rotterdam schreef Osterhaus de opzet. ,,Het is allemaal razend interessant. Maar we zijn wel de brandblusser aan het uitvinden terwijl het huis al in brand staat. Als je daar nou vooraf in had geïnvesteerd…”
Een Britse viroloog noemde hem ooit de David Beckham van de virologie, zodanig was hij van de kennis en flair van de Nederlander onder de indruk. Osterhaus, bescheiden: ,, Dat ga ik natuurlijk niet van mezelf zeggen. En er zijn betere, hoor. Maar ik zag pas een ranking op het gebied van coronavirussen. Daar was ik de nummer drie van de wereld. Een Chinees staat op één, mijn Duitse vriend Christian Drosten op twee. Van de Nederlanders staat Ron Fouchier het dichtst in de buurt. Ze kijken naar wat je wetenschappelijk gepubliceerd hebt en hoe vaak dat door collega’s geciteerd is. Dingen die je ontdekt hebt, scoren heel goed. In Rotterdam hebben we destijds twee andere coronavirussen, SARS en MERS, ontdekt. Maar nu word ik vast links en rechts ingehaald door jongere collega’s.”
Waart er mogelijk een obscuur, onbeduidend virus rond onder Tunesische straatkatten? Osterhaus wil er álles van weten, zo snel mogelijk
Geen pure coronaspecialist
Bedenk wel, Osterhaus is niet eens een pure coronaspecialist, hij bestrijkt al zijn hele werkzame leven het hele virologische speelveld. Ook als hij op zijn praatstoel zit, wipt hij moeiteloos over van het ene virus naar het andere. ‘Het grappige is...’, begint Osterhaus dan meestal zijn nieuwe zin, en vervolgens komt er weer een uiteenzetting over een ander virus. Zo gaat het van een zeehondenvirus naar rabiës, naar AIDS, naar mond- en klauwzeer, de pokken, het bunyavirus, de vogelpest. Enzovoorts, enzovoorts.
Deze man is bezeten van virussen, al zijn hele werkzame leven lang. Sterker nog; hij verzamelt ze, letterlijk. Waart er mogelijk een obscuur, onbeduidend virus rond onder Tunesische straatkatten? Osterhaus wil er álles van weten, zo snel mogelijk. Denkbeeldig zie je hem in zijn onafscheidelijke giletje als een soort vlindervanger door de dierenwereld lopen, speurend naar weer een nieuwe exotische ziekte. ,,Andere mensen hebben hobby’s, ik heb de virologie”, concludeert hij zelf.
Ab Osterhaus verzamelt virussen, letterlijk. © Koen Verheijden
Wij journalisten voeren de laatste maanden tientallen virologen op. Denkt u nooit over een collega: wat weet die er nou van?
,,Tja, ik denk wel eens: wat is nou de reden dat je déze viroloog uitkiest? Ik heb altijd het idee dat journalisten nog nooit van PubMed gehoord hebben. Dat is een database waarin je meteen kunt zien hoe vaak iemand door andere wetenschappers geciteerd is.”
U scoort daar hoog. Maar sinds de Mexicaanse griep worden uw adviezen door het gewone publiek niet altijd meer serieus genomen.
,,Ik heb weleens het idee dat ik word gezien als een van die twee oude mannetjes uit de Muppet Show, Statler en Waldorf. Dat ik als een grumpy old man maar wat aan het brommen ben. Ik ben toch altijd een beetje een doemprofeet, met mijn pleidooien voor strengere maatregelen. Ik merk dat niet iedereen daarop zit te wachten.”
Dat komt toch door die Mexicaanse griep? Toen kwamen uw onheilsprofetieën niet uit.
,,Ik denk dat dat mechanisme inderdaad speelt. Soms betrap ik me erop dat ik daar onbewust rekening mee houd. Maar dan denk ik meteen: flauwekul, je moet er ook nu keihard in kunnen gaan, blijven waarschuwen. Ik verwijt mezelf eerder dat ik nog niet vigilant genoeg ben. Want van pandemieën weten we: als het fout gaat, kan het goed fout gaan.”
Ik loop voor de muziek uit, dat wordt je niet in dank afgenomen
Ab Osterhaus
In maart zei u bij Op1 dat Nederland in lockdown moest. De rest van het land was toen nog niet zover.
,,Ik weet nog goed dat ik die vraag kreeg: pleit u hier nou voor een lockdown? Er brak een storm los. Want bekeuringen uitschrijven aan mensen die samenscholen, dat kon in Nederland echt niet. Twee weken later zag je het overal gebeuren. Dan loop je dus voor de muziek uit, en dat wordt je niet in dank afgenomen. Maar ik denk niet dat er veel mensen zijn die nu vinden dat we het niet hadden moeten doen.”