Met uitzondering van Utrecht, waar de huurprijzen nagenoeg gelijk bleven (+0,1%) ten opzichte van het voorgaande kwartaal, daalden de huurprijzen in Amsterdam (-3,6%), Den Haag (-3,09%) en Rotterdam (-8,8%). Amsterdam is en blijft de absolute koploper op het gebied van de hoogste huurprijzen in Nederland. Dit wordt veroorzaakt door het grote aanbod sociale huurwoningen en het geringe aanbod particuliere woningen. In Amsterdam is slechts 29% van de woningen in eigendom van particulieren terwijl het landelijk gemiddelde rond de 58% ligt. De Amsterdamse schaarste op de koopwoningenmarkt heeft geleid tot hoge prijzen met hoge hypotheeklasten tot gevolg. Deze hoge lasten worden door eigenaren in Amsterdam doorberekend in de huurprijs.
Elk woningtype daalde in prijs. De huurpijs van een eengezinswoning daalde ten opzichte van het vorige kwartaal met -6,5%, een appartement met -2,4% en een vrijstaande woning met -13,4%. Eigenaren van vrijstaande woningen die kampen met hoge dubbele lasten zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor deze daling.