De slag om de erfenis van 's werelds best verkochte medicijn
Ontstekingsremmer Humira loopt volgend jaar uit patent. Producent AbbVie probeert de concurrentie, die zal proberen het gat te vullen met biosimilars, te slim af te zijn. De strijd speelt zich deels af in Ubbergen, een plaatsje aan de rand van Nijmegen.
Eigenlijk is het vreemd dat de discussie over dure medicijnen steeds weer gaat over nieuwe kostbare geneesmiddelen tegen kanker. Want er is een andere klasse medicijnen die de gemeenschap veel meer geld kost: de ontstekingsremmers. De kosten daarvan lopen enorm op, omdat ze geschikt zijn voor grote groepen patiënten, mensen met reuma maar ook met maagdarmziektes en huidaandoeningen. En die patiënten spuiten de middelen vaak jarenlang.
Het succes van de ontstekingsremmers is een groot feest voor AbbVie en zijn aandeelhouders. AbbVie is de eigenaar van Humira, het best verkochte medicijn ter wereld. Deze ontstekingsremmer was vorig jaar goed voor een wereldwijde omzet van $16,1 mrd. Vooral dankzij Humira boekte AbbVie een winst van $5,9 mrd, meer dan Heineken, Philips en ABN Amro bij elkaar.
Humira loopt uit patent
En dan te bedenken dat Humira niet de enige ontstekingsremmer is in de top tien van bestverkochte medicijnen ter wereld. Hoog genoteerd staan ook nog Enbrel en Remicade. Alleen al in Nederland liep de rekening van de drie medicijnen vorig jaar op tot vermoedelijk circa €600 mln.
Maar er is goed nieuws voor iedereen die zich zorgen maakt over de betaalbaarheid van de zorg: Humira loopt volgend jaar uit patent. Enbrel en Remicade hebben hun bescherming recentelijk al verloren en hebben nu al te maken met concurrentie van goedkopere alternatieven. Voor de Nederlandse zorg ligt een besparing van tientallen of zelfs honderden miljoenen euro’s in het verschiet.
Commerciële veldslag is aanstaande
De aanbieders van het eerste uur geven zich echter niet zomaar gewonnen. Wereldwijd tekent zich een commerciële veldslag af om de markt van ontstekingsremmers, waarbij een tiental grote farmaceutische concerns betrokken is. Het gaat hard tegen hard.
‘AbbVie doet alles om zijn positie te verdedigen’, zegt hoogleraar Arnold Vulto van het Erasmus MC in Rotterdam. Zo heeft AbbVie in de Verenigde Staten, waar het patent al is verlopen, meerdere rechtszaken aangespannen om te verhinderen dat producent Amgen alternatieve middelen voor Humira mag lanceren. In Nederland verliest Humira pas volgend jaar zijn marktexclusiviteit. ‘Naar verwacht komen er dan vier of vijf alternatieven’, zo voorziet de hoogleraar. ‘Dan zal het gevecht ook hier in alle hevigheid losbarsten.’
Toneel van de veldslag: Ubbergen
Opmerkelijk genoeg speelt de strijd tussen de farmareuzen zich deels af in Ubbergen, een klein plaatsje aan de rand van Nijmegen. Hier zit de Sint Maartenskliniek, waar bijna 10% van de Nederlandse reumapatiënten wordt behandeld. Dat is een grote doelgroep. In Ubbergen valt voor de verkopers van ontstekingsremmers een mooie omzet te realiseren.
Een van de meest gebruikte ontstekingsremmers in de Maartenskliniek is — niet zo verwonderlijk — Humira. Maar ook in Ubbergen vermoeden ze dat AbbVie al voorsorteert op het verlies van exclusiviteit voor zijn kaskraker. Want sinds kort is Humira beschikbaar in kleinere ampullen, van 0,4 cc, wat prettiger voor patiënten is. Het zet AbbVie ook op een nieuwe voorsprong, omdat de fabrikanten van Humira-alternatieven vermoedelijk hun handen vol hebben aan het voorbereiden van de introductie van ampullen van 0,8 cc.
Overstappen is niet makkelijk
Het zou algemeen directeur Mark Van Houdenhoven van de Maartenskliniek niet verbazen als AbbVie met zijn kleinere ampules probeert andere farmabedrijven te slim af te zijn. ‘Doordat patiënten en artsen wennen aan kleinere injectieflacons, wordt het misschien lastiger om straks over te stappen op een Humira-alternatief.’
AbbVie weet dat het het risico loopt volgend jaar de Maartenskliniek als klant te verliezen. Vorig jaar verloor Enbrel namelijk al zijn voorkeurspositie als belangrijkste ontstekingsremmer in de Maartenskliniek. Leverancier Pfizer beet in het stof voor concurrent Biogen, die met Benepali een alternatief middel voor Enbrel op de markt bracht. ‘Dat was schrikken voor Pfizer’, zegt Van Houdenhoven. ‘Ze hadden niet gedacht dat we durfden over te stappen.’
Kopie is nooit 100% hetzelfde
Overstappen van de ene ontstekingsremmer op de andere is ook geen sinecure. Het betekende voor de Maartenskliniek dat achthonderd patiënten met chronische gewrichtsreuma van medicijn moesten veranderen. Dat is lastig omdat ontstekingsremmers biologische medicijnen zijn en de kopieën — de zogenoemde biosimilars — nooit exact hetzelfde zijn als de originelen. Patiënten zijn vaak huiverig voor overstappen op een biosimilar.
De Maartenskliniek durfde als een van de eerste ziekenhuizen ter wereld over te stappen op een Enbrel-alternatief. ‘Het is ons gelukt omdat we als artsen op één lijn zitten met de apothekers en de directie’, zegt Frank van den Hoogen, de reumatoloog die leiding geeft aan de medische staf in Ubbergen. ‘We hebben hier dertig reumatologen in dienst en zijn groot genoeg om een eenduidig beleid te ontwikkelen.’ De medische staf is ervan overtuigd dat de biosimilars ‘absoluut geen tweederangsmiddelen’ zijn.
Verdeeldheid onder artsen
Bij andere ziekenhuizen zitten de maatschappen van reumatologen volgens Van den Hoogen en Van Houdenhoven vaak niet op één lijn. De ene reumatoloog heeft een voorkeur voor een ander middel dan zijn collega of de artsen hebben een andere visie dan de ziekenhuisdirectie. Van Houdenhoven: ‘Op dat soort verschillen spelen farmabedrijven in. Ze hebben enorme marketingbudgetten. Soms gaan artsen zelfs samen met een farmaceutisch bedrijf aan de raad van bestuur van een ziekenhuis uitleggen waarom een duurder middel toch de voorkeur verdient.’