'Er verandert veel, maar het is nog niet overtuigend in de resultaten te zien'
Bouwconcern BAM gaat begin volgend jaar met een nieuwe topstructuur verder. Er komen twee operationeel directeuren, maar het opvallendste is wel de aanstelling van een 'chief business excellence officer'. Die moet zorgen dat er bij aanbestedingsprocedures en projecten geen grote financiële ongelukken meer gebeuren, zoals nu bij de zeesluis in IJmuiden.
Volgens ceo Rob van Wingerden gaat de nieuwe structuur bijdragen aan hogere marges, een betere voorspelbaarheid van de resultaten en meer innovatie.
Ceo Rob van Wingerden van BAM over de risico's bij grote projecten: 'Als we in Nederland kennis en kunde willen behouden over grote waterbouwkundige projecten, moet het wel aantrekkelijk blijven om het te doen.'
Ceo Rob van Wingerden van BAM over de risico's bij grote projecten: 'Als we in Nederland kennis en kunde willen behouden over grote waterbouwkundige projecten, moet het wel aantrekkelijk blijven om het te doen.'Foto: Mark van den Brink/Hollandse Hoogte
Waar liep u tegen aan als bedrijf dat de topstructuur nu stevig gewijzigd wordt?
'We hadden één coo, maar we krijgen er nu twee, een voor elke businesslijn, dus bouw en vastgoed enerzijds en infrastructuur anderzijds. Die zullen nog intensiever naar verbeteringen, risicobeheersing en kennisuitwisseling bij de werkmaatschappijen kijken. Bouw en vastgoed is toch anders dan infrastructuur. Met twee coo's is er meer focus en gaat het nog een laag dieper. De nieuwe business excellence officer kijkt meer naar hoe we het doen. Hoe de inkoopprocessen, inschrijvingen bij aanbestedingen of de risicobeheersing bij grote projecten kunnen worden verbeterd, zoals bijvoorbeeld met de projectendatabase die we al hebben opgezet. Daarin staan alle reeds gemaakte digitale ontwerpen, zodat niet bij ieder project een geheel nieuw ontwerp nodig is.'
Hebben de grote verliezen op de zeesluis bij IJmuiden een rol gespeeld bij de wijzigingen?
'Het is wel een voorbeeld van een project met een groot risico dat we niet meer willen. Het heeft er zeker mee te maken, maar het is niet de aanleiding. Zo hebben we ons ook binnen de huidige structuur teruggetrokken uit de aanbesteding van ViA15 bij Nijmegen (BAM, Heijmans en TBI Holdings vonden de marges te laag en de risico's te groot bij dit snelwegproject, red.). Het is meer dat we in deze fase meer directe focus op zowel infra als bouw en vastgoed willen hebben, terwijl de nieuwe business excellence officer continu kijkt naar verbeteringen.'
In de strategie voor 2020 is onder meer een marge van 2% tot 4% het doel. Ligt u nog op koers?
'Wij hebben nog steeds dezelfde doelstellingen en we willen hiermee een versnelling in de uitvoering van de strategie creëren zodat we er komen. Wij zien in ons bedrijf veel veranderen, maar het is nog niet overtuigend in de resultaten te zien. De zeesluis (waar BAM ruim €100 mln aan voorzieningen op nam, red.) trekt en vraagt veel aandacht. We doen er allerlei dingen aan om het negatieve beeld over de onvoorspelbaarheid van grote projecten te veranderen en de voorspelbaarheid van onze prestaties te vergroten. Dus ook door niet mee te doen aan projecten waar we de risico's te groot vinden.'
Juicht u het toe dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat vorige week aankondigde dat er een brede evaluatie komt van contracten bij grote complexe projecten?
'Ja. Vroeger deed Rijkswaterstaat het ontwerp en de technische uitwerking helemaal zelf. Daarna werd het de markt, tenzij. Nu moet die klepel vanuit dat andere uiterste het midden zien te vinden, richting een evenwichtiger verdeling van risico's en kosten. Want zoals het nu gaat, leidt het tot weinig tevredenheid. Niemand is hier blij mee (het Rijk legt ook €64 mln toe op de zeesluis en het is niet uitgesloten dat dit bedrag nog stijgt, red.). Het is nu meer dan ooit mogelijk en nodig om in gesprek te komen over hoe het beter kan. Als we in Nederland kennis en kunde willen behouden over grote waterbouwkundige projecten, moet het wel aantrekkelijk blijven om het te doen.'