Lenig politicus met weinig uitgesproken ideologisch profiel
=================================================
Profiel Wopke Hoekstra draagt een conservatief verhaal uit en kan het CDA naar rechts bewegen.
Hij is intellectueel ook lenig en vrijzinnig.
„Ik wil dicht bij mezelf blijven”, zei Wopke Hoekstra in juni tegen De Telegraaf. De minister van Financiën had besloten zich niet te kandideren voor het lijsttrekkerschap van het CDA.
Een grote tegenvaller voor de partijtop, die in Hoekstra de gedroomde uitdager van premier Mark Rutte (VVD) zag.
En voor een groot deel van de achterban, waar Hoekstra net wat populairder was dan minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid). Maar, zei Hoekstra: „Uiteindelijk [ben ik] meer een bestuurder dan een beroepspoliticus.”
De omstandigheden zijn veranderd, en de bezwaren van toen gelden nu niet meer. Deels komt dat door de grote druk die de CDA-top op Hoekstra heeft uitgeoefend om zich alsnog te kandideren.
Het heeft ook te maken met het karakter van Hoekstra: hij staat bekend als een weinig dogmatisch ingesteld politicus.
Vrijzinnig ingesteld politicus
Wopke Hoekstra (1975) is van huis uit dan ook vrijzinnig, hij groeide op in een remonstrantse familie. „Bestaat God? Ik hoop het”, zei hij tegen Trouw.
Hij omschreef zichzelf als „zwevend tussen geloof, ongeloof en twijfel. En wat rest is mysterie”.
Hoekstra heeft lange tijd afstand bewaard tot de politiek. Hij was praeses van de Leidse studentenvereniging Minerva, werd partner bij McKinsey en was lange tijd alleen zijdelings betrokken bij het CDA.
Hij belandde in 2011 in de Eerste Kamer en schreef mee aan het verkiezingsprogramma van 2017.
Vorm heeft altijd meegespeeld bij de profilering van Hoekstra. Op Instagram zet hij zijn uiterlijk, uitstraling en lengte in, vaak met citaten als: „Ik ben minister omdat ik iets wil bereiken, niet om vier jaar lang op de winkel te passen.”
Privéplaatjes van zijn gezin – Hoekstra is getrouwd en heeft vier kinderen – vergezelt hij van hashtags als #werkprivebalans en #oudersvannu.
Het CDA is een verdeelde partij. Een sociaal-conservatieve vleugel strijdt permanent met een meer christelijk-sociale vleugel om de meeste invloed.
Het viel de laatste jaren op dat Hoekstra zich omringde met mensen uit de rechtervleugel, zoals Hans Hillen en Jack de Vries.
Rechts-conservatief geluid
Terwijl Hugo de Jonge de laatste jaren een verhaal uitdroeg over naastenliefde en zorgen voor zwakkeren in de samenleving, klonk bij Hoekstra steeds nadrukkelijker een rechts-conservatief geluid door. Dat viel bijvoorbeeld op bij de HJ Schoo-lezing van vorig jaar. Toen zei hij dat „onze identiteit en cultuur worden weggerelativeerd”.
Hij zei dat het „geen wonder [is] dat de helft van de bevolking inmiddels onomwonden zegt dat er te veel migranten zijn”. Hoekstra pleitte verder voor ingrijpen „in de almaar uitdijende kosten voor de volksgezondheid en de sociale zekerheid.”
Hij had kritiek op de lastendruk voor burgers. „Als we niet ingrijpen, zal het er voor de middenklasse de komende decennia slechter in plaats van beter op worden.”
Ministers van Financiën zijn doorgaans populair in Nederland. Dat gaat ook op voor Hoekstra. Hij bereikte vóór de coronacrisis een kleine lastenverlichting en kwam samen met VVD-collega Eric Wiebes met een zogeheten Groeifonds van circa 20 miljard euro.
Internationaal kreeg Hoekstra het veel lastiger. Hij liet zich in zijn Humboldt-lezing positief uit over Europese samenwerking, maar lag tijdens de coronacrisis lange tijd dwars toen het ging om steun voor de Zuid-Europese lidstaten van de Europese Unie.
Die halsstarrigheid, die hem binnenlands-politiek goed uitkwam, leverde hem hoon op in Europa.
Bezorgde burgers
Het economisch en cultureel conservatieve verhaal dat Hoekstra in lezingen uitdraagt, werd dominant in het CDA in de jaren na het premierschap van Jan Peter Balkenende (2002-2010). Het CDA ging regeren met gedoogsteun van de PVV, en partijleider Sybrand Buma bleef vanaf 2012 koersvast.
De analyse was dat bezorgde burgers zich thuis zouden kunnen voelen bij een conservatieve partij als het CDA. Uit verkiezingsuitslagen bleek dat alleen niet. Het CDA, decennialang dé machtspartij van Nederland, heeft nu negentien Kamerzetels. Bovendien is het partijkader altijd progressiever geweest.
Na het vertrek van Buma kwam er een koerscorrectie. Het partijbestuur nam een visiedocument aan, Zij aan Zij, dat als basis van de partijvisie moet dienen. Dat document sorteerde voor op een lijsttrekkerschap van De Jonge, zo leek het, met teksten over ‘rentmeesterschap’, solidariteit en ‘publieke gerechtigheid’.
Of met Wopke Hoekstra als lijsttrekker weer koers naar rechts wordt gezet, is niet zeker. Zijn ideeën zijn daarvoor soms te lenig, en zijn ideologische profiel te weinig uitgesproken.
Wat wel kan, is dat de conservatieven in de entourage van Hoekstra aan macht winnen in de partij. Leiders van andere partijen vragen zich af of Hoekstra wel echt overtuigingen hééft. Dat zien ze als een zwakke plek: te veel McKinsey, te weinig christen-democratie.
Maar, wordt dan weer bij het CDA gezegd, met Wopke Hoekstra hebben we een populair politicus als voorman, die er met zijn lengte van twee meter bovendien uitziet als een premier.