Deur geldmarkt steeds wijder open
20 november 2009, 7:52 uur | FD.nl
Door: Gert van der Have
Banken met een goede naam zoals ING of Rabo kunnen gemakkelijker aan liquiditeiten komen.
De deur naar de geldmarkt staat weer op een iets wijdere kier. Deze markt, waar de banken hun werkkapitaal vandaan halen, kent enige begroeiing na de kaalslag die de kredietcrisis, maar vooral het bankroet van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in september vorig jaar, heeft veroorzaakt.
Een voorwaarde om op de geldmarkt actief te zijn, is dat partijen een goede naam in de markt hebben, wat in de meeste gevallen betekent een hoge kredietstatus van de kredietbeoordelaars Standard & Poor's en Moody's. Partijen als Rabobank met zijn 'triple A'-rating, ING en ook Fortis Bank Nederland lijken goed in de markt terecht te kunnen. Rabobank en ING maken daarom waarschijnlijk nauwelijks gebruik van de kredietmogelijkheden bij de Europese Centrale Bank (ECB). Datzelfde mag worden aangenomen voor ABN Amro.
Fortis Bank
Fortis Bank Nederland weet tegenwoordig zelf in zijn liquiditeitsbehoefte te voorzien, nadat de bank de eerste tijd is geholpen door het Agentschap van het ministerie van Financiën, het directoraat dat onder meer de schuldfinanciering van de Staat voor zijn rekening neemt.
Niet alle marktpartijen komen even gemakkelijk aan geld. Geldmarkthandelaren praten doorgaans alleen op voorwaarde van anonimiteit, omdat namen en reputaties gevoelig liggen. Desalniettemin valt uit hun opmerkingen op te maken dat Ierse banken, zoals Allied Irish Bank, slecht liggen en aangewezen zijn op overheidsgaranties.
Alleen door bijvoorbeeld 'commercial paper' - kortlopend verhandelbaar geldmarktpapier - met overheidsgarantie uit te geven, kan dit soort beladen namen uit de bankwereld zich kortlopend financieren.
Korte leningen
Een van de korte financieringsbronnen van banken is het opnemen van deposito's (korte leningen) bij andere banken of geldgevers, zoals spaargeld en bedrijfsdeposito's. Daarnaast kunnen banken nog altijd onbeperkt een beroep doen op geldmarktleningen van de ECB tegen een uniform tarief van 1%, de zogenoemde herfinancieringsrente. De handel in renteafdekkingsinstrumenten ( via swaps, ofwel uitruil van leningen met verschillende looptijden) is ook nog steeds populair.
Er zijn op dit moment meer partijen die zich aan de geefkant van de geldmarkt melden. Dat zijn, naast beleggingsfondsen zoals de Amerikaanse geldmarktfondsen, pensioenfondsen en verzekeraars.
Amerikaanse fondsen
De Amerikaanse fondsen durfden aanvankelijk alleen geld op dagbasis uit te lenen, omdat ze te maken hadden met eigen beleggers die hun geld op korte termijn opvroegen. Als deze geldmarktfondsen hun geld dan lang hebben uitgezet, is het een probleem snel middelen vrij te maken om beleggers terug te betalen. Die hectiek is weg, zodat geldmarktfondsen hun middelen ook langer durven uit te zetten.
De meeste banken hebben hun financiering voor dit jaar inmiddels veiliggesteld. Alle banken willen er aan het einde van het jaar goed voor staan, omdat hun dan de maat wordt genomen. Dat is het meetmoment voor de balans.
Flink overschot
Er is nog steeds een flink liquiditeitsoverschot in de geldmarkt door het ruime beleid van de ECB. Dat blijkt nog weer eens uit de depositofaciliteit van de ECB. Eurozonebanken die met hun liquiditeitsoverschotten geen weg weten, brengen het geld in arren moede naar de ECB. Daar is een beleggingsrekening, de depositofaciliteit, waarop ze het geld kunnen wegzetten. Eergisteren, de laatst bekende datum, was daarop euro 55,1 mrd gestort.
Het is overigens geen populaire uitweg, want de vergoeding op deze rekening bedraagt 0,25%, terwijl de banken 1% aan de ECB moeten betalen voor hun ingeleende geld. Via geldmarktoperaties hebben eurozonebanken euro 665 mrd van de ECB geleend.
Euribor-leentarieven
De overliquiditeit in de geldmarkt is ook te zien aan de zogenoemde Euribor-leentarieven (Euro Interbank Offered Rate). Dit zijn de officieuze tarieven waartegen de beste banken elkaar geld lenen. Een lening voor een maand kost 0,43% en driemaands Euribor doet 0,715%. Dat is allemaal onder de 1%, het richttarief van de ECB.
Na een opslag van 2% tot 3% of soms meer rekenen de banken die tarieven weer door voor onder andere hun uitzettingen in bedrijfsrekeningcourantfaciliteiten, variabele hypotheekleningen en creditcardtarieven.
Gezien de tarieven voor toekomstige rentes (futures) gaat de geldmarkt ervan uit dat de ECB de rente in 2010 op 1% houdt. Aanpassing van het zeer ruime monetaire beleid van de ECB wordt voorlopig niet verwacht. Over twee weken geeft de ECB meer duidelijkheid.
Copyright (c) 2009 Het Financieele Dagblad